Vincent Bijlo is cabaretier, schrijver en blind
vanaf zijn geboorte. Ik ontmoet hem in mijn studentenhuis waar we praten over
hoe het is om een groot publiek te vermaken zonder dat je het publiek kan zien.
Hij vertelt hoe leuk hij het vindt om mensen te kunnen laten lachen en om de
hele boel in de maling te nemen. Over het blind zijn zegt hij ‘’Ik mis het zien
totaal niet’’.
Hij kent het studentencomplex waar ik woon goed,
want hij heeft er zelf zijn studententijd doorgebracht. ‘’Ik heb met mijn
broer samen op de IBB gewoond in zo’n ‘drie kamerding’. We waren twee blinden
op een flatje, ja dat was leuk!’’. Vincent merkt tot mijn genoegen op dat hij
het hier ‘’nog redelijk goed vind ruiken voor een studentenhuis’’. Over zijn
eigen studententijd zegt hij: ‘’Dat je dan om twee uur ’s nachts pannenkoeken
ging bakken! Fantastisch. Niet eens omdat je dan zo’n zin had in pannenkoeken,
maar gewoon om het te kunnen doen.’’
Vincent
Bijlo op de bank in mijn studentenhuis
|
Cabaret
Wanneer we beide met thee op de bank zitten en de
huiskat zich lekker laat aaien, beginnen we te kletsen over cabaret. ‘’Achteraf is
het logisch dat ik cabaretier ben geworden. Ik vond cabaret altijd al ontzettend
leuk. In de jaren tachtig ging ik naar de allereerste voorstelling van Youp van
’t Hek, toen dacht ik ‘goh, wat stoer als je dat gewoon kan, de hele avond in
je eentje ouwehoeren voor zo’n zaal’. Maar ik ging er op een of andere manier
vanuit dat het niet voor mij zou zijn weggelegd. Het leek me raar, wanneer je
als blinde op een podium staat en er honderden paar ogen op je zijn gericht.’’
‘’Het tegendeel bleek waar te zijn toen ik het
gewoon ging doen. Mensen zijn vaak heel zenuwachtig voor een optreden en ik
zelf soms ook wel. Maar in wezen is het podium een hele veilige plek. Je kan
dan wel je tekst kwijt raken of van het podium flikkeren, maar zo eng als het
voor een blinde is om alleen door een stad te lopen, is het natuurlijk lang
niet! Het een hele prettige omgeving omdat het bestaat bij een gratie van een
afspraak. Publiek komt binnen, gaat zitten, deuren gaan dicht en ik kom
vanachter een gordijn vandaan. Eigenlijk is het net zoals we dat als kind
deden, toen kwamen we ook in de woonkamer vanachter een gordijn vandaan voor
een ‘voorstelling’, maar dan nu dus betaald! Ik vind het echt fantastisch.’’
Blindeninstituut
Vincent heeft op de lagere school op het blindeninstituut
gezeten. Maar zijn middelbare school heeft hij op een reguliere school gedaan.
‘’Ik vond het echt afgrijselijk saai op het blindeninstituut. Ik snapte gewoon
niet waarom ik daar zat. Het heeft echt de inrichting van een gesticht. Ik
dacht op een gegeven moment ‘als ik hier blijf verpest ik mijn hele leven, ik
moet hier weg.’ Ik heb dan ook nooit bij de blinden willen horen, maar gewoon
bij de mensen.’’
Hoewel hij het er niet naar zijn zin had, is hij wel
teruggekomen om er een keer zwartepiet te spelen. ‘’Dat was geweldig! Je hoeft
je dan niet te schminken, gewoon een andere stem opzetten en een beetje met
pepernoten gooien. De kinderen geloven er dan gewoon in, behalve dan dat ik
verraden werd door een slechtziend jongetje, dat zei ‘Deze piet is helemaal
niet zwart!’’’
Positieve
blik
Vincent
was te gast bij het televisieprogramma Pavlov. Daar zei hij ‘’Laat mij maar
gewoon lekker blind’’. Op dit citaat van hemzelf reageert hij: ‘’Ik zou niet
meer gaan willen zien. Als ik het wel zou willen dan zou ik mijn eigen leven
tot nu toe niet helemaal compleet vinden. En dat is helemaal niet hoe ik het
ervaar. Ik vind dat ik een ontzettend leuk leven heb en alles kan doen wat ik
wil doen.’’
De Braille-organiser van Vincent.
Hierop kan hij notities
schrijven, muziek luisteren
en mee op internet.De puntjes komen van zelf omhoog en dan kan hij lezen wat er staat. |
‘’Ik mis het ook totaal niet, het
zien. Ik denk dat wanneer je een handicap hebt en je wel datgene erg mist, dat
je dan jezelf enorm tekort doet. Omdat je dan altijd leeft vanuit het idee dat
je dan minder bent dan de rest, en dat is heel vervelend. Ik heb grote bezwaren
tegen het woord gehandicapt. Want wanneer jij jezelf gehandicapt vindt, dan ben
je dat ook. Maar je bént niet gehandicapt je hébt een handicap, als die al
hebt. Dat maakt misschien dat je sommige dingen anders moet doen, maar dat zijn
praktische omstandigheden. Een ziende en een blinde hebben natuurlijk veel meer
overeenkomsten dan verschillen. Alleen er wordt veel te veel gedacht vanuit die
verschillen.’’
Onafhankelijkheid
‘’Ik heb ooit een de volgende zin bedacht: ‘Echt
onafhankelijk ben je pas als je afhankelijk durft te zijn’. Dat betekent dat je
beseft dat we allemaal afhankelijk zijn van andere mensen, of dat nou
praktisch, emotioneel of in de liefde is, we zijn het allemaal. Dat je beseft
dat je geen isoleerde unit bent die door de wereld zweeft, maar dat je met
allemaal draadjes en touwtjes aan elkaar vast zit. Wanneer je een handicap hebt
is dat natuurlijk wat sterker, omdat ik bijvoorbeeld praktisch wat
afhankelijker ben van mensen. Maar dat is helemaal niet erg! Dat moet je ook
niet zo beschouwen. Je kan het juist zien als zijnde dat het bij jouw leven
hoort. En dat niet alleen, je kan mensen van alles weer teruggeven, aan leuke
dingen, aan vriendschap, aan gezelligheid en natuurlijk aan humor! Dat laatste
is voor mij heel belangrijk, ik vind het zo leuk om de hele boel in de maling
te nemen. Ik hou daar enorm van. Dat blijft altijd.’’